Het balhoofdplaatje van Otto
© Otto Beaujon
“België is het wielerland bij uitstek, maar als fietsenproducerende natie stelt het niet veel meer voor. De laatste echt grote fietsenfabriek, United in Maasmechelen, sloot het afgelopen jaar definitief zijn deuren. Malaise alom in de Belgische rijwielindustrie en dat is wel eens anders geweest. Het industriegebied rond Luik produceerde ooit staal, wapens, machines en fietsen. De beroemde Fabrique Nationale (FN) zette de toon, maar er waren letterlijk honderden fabrikanten van onderdelen, motoren en fietsen in dezelfde omgeving.
Een belangrijk deel van die productie werd geëxporteerd, en dan is het handig als je als land over kolonieën beschikt. Zo was de Belgische koning eigenaar van ...
... Congo en de Belgische staat van Ruanda, Burundi en Katanga. Duizenden kilometers spoorrails in tropisch Afrika zijn in België geproduceerd, alsmede miljoenen fietsen, waarover de Belgen dan weer fietsbelasting konden heffen. Engeland gebruikte voor de export altijd de trotse nationale merken, zoals Raleigh, BSA, Phillips en Humber. De Belgen deden het anders, die lieten hun fantasie de vrije loop. Zo onstonden fietsmerken als: Le Dangereux Bumba, dr. Stanley, Lion d’Afrique, Jean Kyriacou Buta, Royal Congo, en Simbriki. Ik vond het balhoofdplaatje van Simbriki in 1978. Jarenlang heb ik mij afgevraagd wat het muizenkopje betekende, maar het was niet te vinden in de belangrijkste dieren-encyclopedieën van Brehm en Grzimek. Ik vond het ook niet in trefwoordenregisters van de kamer van koophandel in Luik, noch in de catalogus van het koloniaal museum in Tervueren. Pas met de komst van internet vond ik de betekenis van het woord, Simbriki is de plaatselijke Congolese naam voor de suikerriet-rat.
Tot volgende week!”
Otto Beaujon