Houten Haarlemmers …

... zich die middag stierlijk zitten vervelen. Haarlem is altijd een honkbalstad gebleven en het was dus niet vreemd toen werd besloten dat daar de huldiging moest plaatsvinden van het Nederlands honkbalteam, dat dit jaar zo verrassend wereldkampioen wist te worden. Ik was direct enthousiast, want Haarlem verdient deze eer. Niet alleen de honkbalsport heeft zijn roots in mijn stad, maar ook tal van andere sporten vanwege het feit dat Pim Mulier, die in de negentiende eeuw tal van sporten, waaronder voetbal, in Nederland importeerde, een Haarlemmer was en de Koninklijke HFC de oudste voetbalvereniging van ons land is. Ook Jaap Eden was een Haarlemmer en die behaalde aan het eind van de negentiende eeuw drie wereldtitels als schaatser en twee als wielrenner. In de twintigste eeuw heeft Haarlem nog tal van sporthelden voortgebracht en dan zou je denken dat mijn stadgenoten zeer bedreven zijn in het huldigen van hun helden. Niet dus. Huldigen ligt ons niet zo. We beginnen er doorgaans enthousiast aan, maar meestal gaat het feestje als een nachtkaars uit. We weten dat zelf heel goed en we hebben er zelfs een naam voor bedacht. Houten Haarlemmers, noemen we ons zelf. We hebben een mooie oude binnenstad, een indrukwekkende geschiedenis, een rijke traditie, een leger sporthelden, maar we kunnen geen feest vieren. Ik heb dat een keer aan den lijve ondervonden toen het gemeentebestuur het wenselijk achtte mij te huldigen voor een van mijn wielerprestaties. Er was een dure cabriolet ingehuurd, ik kreeg een levensgrote krans om mijn nek en ook aan de fanfare lag het niet dat de straten, waar ik doorheen werd gereden, angstig leeg waren. De uitzondering op de regel is natuurlijk de huldiging van Yvonne van Gennip (foto) geweest, die in 1988 met drie gouden plakken en een rood clownsneusje van de Olympische Spelen in Haarlem terugkeerde. Toen leken we even niet op houten klazen, maar op carnavalvierders van de meest uitbundige soort. Iedere regel heeft zijn uitzondering en wat Yvonne had gepresteerd was natuurlijk van buitencategorie. Sindsdien wil het maar niet lukken met die Haarlemmers. Bij de huldiging van de Olympische ploeg van de winterspelen van 2010 was het op de Grote Markt wel gezellig en werd er diep respect getoond voor de geweldige prestaties, maar niemand ging uit zijn dak. Misschien omdat er geen Haarlemmers bij de medaillewinnaars waren, maar zo chauvinistisch zijn we nou ook weer niet. Anders laat je als vijfde stad van het land toch niet je enige profvoetbalclub failliet gaan. Ook het honkbalfeestje viel tegen. Toen de ploeg op de rondvaartboot met de naam Adriaan Pauw, een beroemde Haarlemmer uit de geschiedenis, door de grachten voer stonden er meer mensen op het dak van de boot te juichen dan op de bruggen en wallekanten. Nee, we hebben het niet in ons, we zijn als houten Haarlemmers beter in andere dingen. Wel eens bij stilgestaan dat al het papiergeld dat in ons land in omloop is, uit Haarlem komt? En geld is nog altijd het gesprek van iedere dag en de voornaamste reden waarom we ‘s ochtends ons heerlijke bed uitkomen. Dat hebben zelfs Jaap Eden en Yvonne van Gennip niet voor elkaar gekregen. (Foto: © Cor Vos)
Tot volgende week!”
Jan van der Horst